Geen producten in de winkelwagen.
Bier bestaat uit de volgende vier ingrediënten: gist, hop, mout en water. Het proces van brouwen begint met graankorrels en het resulteert in het bekende goudkleurige alcoholische drankje. Hoe gaat bier brouwen precies in z’n werk en wat bepaalt de volheid, smaak en koolzuurgraad? Elke stap van het brouwen draagt bij aan het unieke karakter van bier. Er bestaan verschillende methodes om bier te brouwen en vandaar dat het de bierbrouwers de mogelijkheid geeft om een eigen unieke bier te maken. Dit zijn de stappen hoe bier gebrouwen wordt. Lijkt het je leuk om zelf bier te brouwen? Bekijk hier de brouw startpakketten.
Het mouten
Bier brouwen begint bij mouten en dat betekent het verwerken van granen tot gekiemde, gedroogde korrels. Deze korrelen noemt men mout. Meestal is de graansoort gerst en wordt gekweekt in water en daarna een aantal dagen in de kiemkast gelegd. De kiemkast is een warme ruimte waardoor uit de gerst wortels groeien. Dit wordt ontkiemen genoemd. Er komen enzymen vrij die de zetmeel omzetten tot suikers. Bij het eesten worden de korrels door middel van de temperatuur verhogen verhit. Eesten duidt de droogoven aan. Het ontkiemen wordt gestopt en er ontstaat mout.
Het schroten
Het proces van schroten betekent vermaling van het gedroogde mout. Schroten wordt gedaan om de zetmelen los te laten komen. Het moet zeer grof gemalen worden en het kaf wat van de gerst loskomt mag niet beschadigd worden. Dit is in het latere proces nog nodig. De tannine in het kaf kan een wrange smaak geven aan het bier. Er zijn bierbrouwers die zetmeel toevoegen aan het gedroogde mout. Of dit het bierproces makkelijker maakt kan over gediscussieerd worden.
Het maischen
De geschroten mout wordt vervolgens in het water opgelost. Het mengsel wordt voor diverse periodes tot diverse temperaturen gebracht. Eerst wordt het verwarmd op 50 graden en blijft het een tijdje rusten. Hierna wordt het mengsel verwarmd op 65 graden en na weer een tijdje rusten wordt het op 75 graden verwarmd. De lengtes van deze verschillende periodes beïnvloedt de uiteindelijke smaak van het bier. Bij het proces maischen worden bij de tweede periode zetmeel omgezet in suikers die vergistbaar zijn. Ook wordt dat gedaan tijdens de derde periode, alleen dan niet vergistbaar. Dit zorgt voor de volheid en zoete smaak van het bier.
Het klaren
Het proces klaren kan vergeleken worden met het clarifiëren van bouillon. Na het proces van het maischen blijft er een suikerrijke vloeistof over, waar er nog vast bestanddelen zijn. Deze bestanddelen zijn niet meer nodig en moeten gefilterd worden. De geklaarde vloeistof noemt men wort. De overgebleven gebruikte mout noemt men draf of bierbostel. Je kunt met bierbostel brood bakken of als veevoer gebruiken.
Zelf je eigen bier brouwen? Bekijk hier de startpakketten.
Het koken van de wort
De basis van bier is de wort. Dit bevat dus onvergistbare en vergistbare suikers. Belangrijk is de verhouding tussen het alcoholgehalte en de zoetheid. Na het proces van klaren wordt de wort gekookt en wordt er hop aan toegevoegd. Hop geeft een bittere smaak, bevordert de conservering en je krijgt hiermee een stabiele schuimkraag. Ook zorgt het samen met het kookproces ervoor dat de eiwitten afgefilterd en uitgevlokt worden. Het bier wordt zwaarder en voller doordat de concentratie van suikers stijgt vanwege het verdampen van het water.
Het gisten
Vervolgens wordt de wort gekoeld en gefilterd. Om bacteriën te minimaliseren, is het zaak dat het proces van koelen zo snel mogelijk plaatsvindt. De temperatuur bepaalt hoe lang of hoe kort het gisten duurt. Heb je een lage temperatuur van ongeveer 5 graden, krijg je bier van lage gisting. Je krijgt dan lager bier. Wordt het bier niet verder gekoeld en op kamertemperatuur gehouden, dan ontstaat er een snellere gisting. Dit noemt men bovengistend bier. Is de wort voldoende afgekoeld, dan wordt gist toegevoegd. De vergistbare suikers worden omgezet in smaakstoffen, koolzuurgas en alcohol en noemt men hoofdgisting. Nu kan er eindelijk gesproken worden over bier.
Het bottelen
Het is vaak zo dat voordat het bier gebotteld wordt, het ook nog een keer gefilterd wordt. Zodoende wordt het gist verwijderd en ontstaat er een helder bier. Er vindt geen verandering van smaak in het flesje plaats. De consistentie in de kwaliteit van het product wordt gewaarborgd, zodat de consument weet wat te kunnen verwachten. Pasteurisatie zorgt ervoor dat het bier langer houdbaar is. Veel van de witbieren worden niet gefilterd en dat zorgt voor een troebele kleur. Naast het bottelen kan bier ook op fust worden gedaan. Getapt bier is veel helderder, bruisender en frisser. Bovenstaande is het standaardproces van bier brouwen. Elke kleine afwijking levert een ander soort bier op en dat maakt het een dynamisch proces.
Zelf je eigen bier brouwen? Bekijk hier de startpakketten.
Plaats een reactie