In de jaren 70 en 80 hebben diverse wensouders en spermadonoren gebruik gemaakt van een vruchtbaarheidskliniek in het Gelderse dorp Oosterbeek, waarbij er nogal wat zaken ‘niet helemaal goed’ gingen. In een tijd dat er nog geen wet- en regelgeving voor vruchtbaarheidsklinieken was, runde een gepensioneerde kinderarts deze kliniek, waarbij één van de spermadonoren mogelijk 150 nakomelingen heeft.
Donorkinderen willen, onder andere naar aanleiding van deze recente onthullingen, dat er een beter toezicht komt op de regels rondom spermadonatie, zodat donoren hun zaad niet onbeperkt mogen verspreiden. Inmiddels is in dit kader het maximale aantal kinderen voor spermadonoren op 25 vastgesteld. Ook is het sinds 2004 niet meer mogelijk om anoniem te doneren, wat voor veel donoren een hoge drempel vormt.
Wensouders en donoren
De kliniek had in het hele land bekendheid en vele stellen met een moeilijk vervulbare kinderwens, zgn. Wensouders, werden door specialisten en ziekenhuizen naar de kliniek in Oosterbeek doorverwezen. Om aan de grote behoefte te kunnen voorzien werd er voornamelijk in de eigen omgeving naar donoren gezocht. Dit gebeurde wel heel direct, bijvoorbeeld door gewoon bij potentiele donoren aan te bellen met de boodschap dat zij wensouders konden helpen, maar ook werden patiënten uit de huisartsenpraktijk, die de arts na zijn pensioen was gestart, benaderd om de handen uit de mouwen te steken. Zo hebben meerdere leden van een Arnhemse duikvereniging, die bij de arts de medische keuring lieten uitvoeren, ook hun beste beentje voor gezet om als donor aan de slag te gaan. Voor de verwekte kinderen is het moeilijk na te gaan wie hun biologische vader is. De arts is inmiddels overleden en de weduwe weigert mee te werken. Bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zijn geen donorgegevens van de kliniek bekend.
150 halfbroers en -zusters
Een thans 82-jarige donor claimt dat er, dankzij zijn wekelijkse donaties, er naar schatting 150 donorkinderen zijn verwekt. 15 jaar lang leverde de man trouw het resultaat van zijn noeste handwerk bij de achterdeur van de kliniek af. Dit eerst in ruil voor een boekenbon van 25 gulden, maar later gewoon voor 25 gulden cash. Het betekent concreet dat er zo’n 150 kinderen rondlopen die een gemeenschappelijke vader hebben. Dit betekent dat er in Nederland mensen rondlopen die, zonder dat zij het weten, 150 halfbroers en -zussen hebben.
Niet de eerste keer dat het fout gaat
Omdat het niet de eerste keer is dat de regels rondom spermadonatie niet goed worden nageleefd en gecontroleerd, zijn er vragen gesteld door PvdA-kamerlid Attje Kuiken aan minister Bruno Bruins van Volksgezondheid, om nakomelingen in ieder geval te helpen met hun zoektocht naar hun biologische vader, door onder meer DNA-profielen op te stellen. Ook in 2017 was er reeds een spraakmakende zaak, waarbij twee mannen die bij verschillende klinieken sperma doneerden, en waarbij alleen al één van de twee verantwoordelijk was voor minstens 102 nakomelingen. Tot slot was er vorig jaar veel ophef rondom de vruchtbaarheidsarts Jan Karbaat. Deze had zijn beroep en hobby nogal door elkaar gehaald en gebruikte zijn eigen sperma om vrouwen te bevruchten. Dit had uiteindelijk 49 kinderen tot gevolg.
Plaats een reactie