De ideale kledingkast is de walk-in closet. Een kast waar je in kunt lopen. Kasten met ruimte voor kledingstangen voor overhemden, jurken, pakken, truien, broeken en schoenen. De complete garderobe keurig gerangschikt. Planken of laden voor blouses, T-shirts, topjes, sportkleding, laden voor sokken en ondergoed. Planken voor schoenen, naaldhakken en laarzen en een grote spiegel, zodat je de kleding kunt bekijken zonder de ruimte te verlaten.
Overzicht
Niet iedereen heeft echter de beschikking over een aparte ruimte en moet het doen met enkele kasten. De kwestie is dan hoe zorg je dat je minder kleren in je kast hebt, maar wel een goede selectie blijft houden? Mijn kast moet minder vol, maar ik wil wel nog blij worden van mijn kleding. Kleding die je langer dan een jaar of twee jaar niet hebt gedragen meteen wegdoen, niet meer dan een x aantal broeken, tops en jurken houden. Je kunt ook het basisprincipe van opruimgoeroe Marie Kondo toepassen: bewaar alleen waar je blij van wordt.
Koop alleen dingen die je echt mooi vindt en die iets voor je doen. Door kritisch te zijn, koop je minder en heb je meer spullen waar je langer plezier van hebt. Het is ideaal ergens anders in huis een tweede kledingkast te hebben. In de zomer berg je er winterkleding in op, en omgekeerd.
Vormgeving
Bij het bepalen van een kledingkast wordt natuurlijk gekeken naar de buitenkant. De vormgeving is essentieel omdat een kast sowieso een blikvanger is in de slaapkamer. Het materiaal moet harmoniëren met de rest. Kies je voor deuren of liever een schuifdeur van vloer tot plafond?
Denk ook goed na over de inrichting. Hang je het liefst de kleding aan een hanger of vouw je kleding op? Zijn er veel kleine spullen die het best opgeborgen kunnen worden in laden of draadnetten?
Een kledingkast moet vooral praktisch zijn. Plaats kleding die je het meest gebruikt op ooghoogte. Kleding die je minder vaak aan hebt plaats je juist hoger of lager in de kast.
Plaats een reactie